Soorten Druiven
Ribier
Ribier is een blauwe druivensoort afkomstig uit Engeland of Frankrijk. Het is een verbeterde versie van de Royal. Het heeft een hele fijnere schil en heeft normaal gezien 3 kleinere pitten. De tros is lang conisch en goed geschouderd.
Leopold III
Ook Leopold genoemd. Ook dit was een mutatie vanuit de Royal druif. Deze variëteit is in Hoeilaart voor het eerst gekweekt. Koning Leopold III is de peter van deze luxedruif. De bessen zijn zeer dik, tot 4cm diameter. De trossen zijn zeer goed geschouderd. De druif heeft 1 tot 2 pitten. Deze druif is zeer moeilijk om te telen.
Muscat d'Alexandrie
Kortweg Muscat. Deze witte druivensoort is waarschijnlijk uit het Egyptische Alexandrië afkomstig. De trossen zijn goed gevleugeld en de bessen zijn krokant en zeer gesuikerd. Men kan ook de typische muskaatsmaak herkennen in de druif.
Cannon Hall
Cannon Hall is een variatie op de Muscat. Ze is ontstaan in Yorkshire, Engeland. De tros is lang en cilindrisch en de bessen zijn zeer dik en rond-ovaal. Ze hebben ook de muskaatsmaak van de Muscat.
Al deze info komt uit 'het druivenboek' van Dirk Vansina. Indien u meer wilt weten over de verschillende druivensoorten, is dit boek zeker een aanrader.
Druiven Michel
De druiven van Druiven Michel verschillen enorm van buitenlandse druiven. Ten eerste is er een groot smaak verschil door de serres al vanaf de winter te verwarmen. Hierdoor krijgen de druiven een hoog suikergehalte, een fijn velletje en zijn ze krokant. Op de druiven kunnen ook geen spuitresidus teruggevonden worden.
Zoals veel gewassen en fruit, is de oogstperiode afhankelijk van het weer. Door het stoken is de periode wel elk jaar ongeveer gelijklopend. Vanaf eind juli tot eind oktober zijn er druiven beschikbaar.
Een belangrijke periode is het uitkorrelen of ook wel 'de knip'. Hierbij worden de kleinere druiven uit de nog niet rijpe tros geknipt. Hier is veel hulp bij nodig, want elke tros moet apart behandeld worden. Het is wel zeer belangrijk voor de kwaliteit van de druiven. Deze zouden rotten, omdat er geen lucht aan de binnenste druiven kan. De overige druiven hebben dan ook meer ruimte om te dikken en te kleuren. Het oog wil natuurlijk ook wat.